Een kroon is een kapje dat precies over een afgeslepen tand of kies past. Het kapje zit vastgelijmd op de tand of kies. Door een kroon krijgt de tand of kies de oorspronkelijke vorm en functie weer terug.
Wanneer kan een kroon nodig zijn?
Een brug wordt gemaakt ter vervanging van één of meer ontbrekende tanden en/of kiezen. Een brug zit vast aan twee of meer pijlers. Dat zijn afgeslepen tanden of kiezen aan weerszijden van de ontbrekende tand of kies. Een brug bestaat uit twee of meer kronen die op de pijlers passen en een brugtussendeel, ook wel 'dummy' genoemd. Deze bestaat uit één of meer kunsttanden en/of kiezen die op de plaats van de ontbrekende tanden en/of kiezen komen.
Wanneer kan een brug nodig zijn?
De behandeling van een kroon of brug verloopt in stappen.
In de eerste behandelzitting wordt een deel van de tand of kies afgeslepen. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Vervolgens maakt de tandarts een afdruk van uw kaak. Ook wordt een afdruk van de tegenovergelegen kaak gemaakt. Dit is nodig om te zien hoe de tanden en kiezen van de onder- en bovenkaak op elkaar passen. Er wordt een wasbeet gemaakt om deze relatie vast te leggen. Er wordt een noodkroon of brug gemaakt. Als laatste wordt de kleur bepaald. Als de tand of kies goed zichtbaar is, wordt de kleur in het laboratorium bepaald, waar de kroon of brug wordt gemaakt. Uw gegevens gaan vervolgens naar het laboratorium.
In de tweede behandelzitting wordt de kroon gepast en, indien goed, met een cement vastgezet. In geval van een brug wordt de onderstructuur van de brug in de tweede behandelzitting gepast. Pas daarna wordt porselein opgebakken. De brug wordt in de derde behandelzitting geplaatst.
De dagelijkse mondhygiëne is extra belangrijk bij kronen en bruggen. De kroonranden zijn een kwetsbare plek, waar gemakkelijk tandplak op achterblijft. Dit kan gaatjes veroorzaken langs de rand van de kroon of brug en ontsteking van het tandvlees. De tandarts zal instructie geven voor het schoonhouden van de gemaakte voorziening.